Duizenden protestborden zien we, geknipt uit internetfoto’s van protestacties die tussen 2017 en 2022 plaatsvonden over de hele wereld. Sta je dicht bij het kunstwerk van Anouk Kruithof, dan zijn veel van die minuscule bordjes zichtbaar. ‘Mother Nature is Crying’, staat erop. ‘#MeToo’. ‘Keep your Laws of my Body’. ‘Black Lives Matter’. Zet je een flink aantal stappen terug, dan wordt zichtbaar dat al die kleine foto’s – op een groot houten paneel geplakt – samen twee enorme gebalde vuisten vormen. Één protestbordje is maar onbetekenend, lijkt de boodschap, maar komen mensen massaal in actie, dan kan het effect groot zijn. Kruithofs werk The Light at the end of the tunnel has been turned off (up & down) (2021), is nu te zien in de tentoonstelling Resilient Rebels. De kunst van protest in Museum Helmond, samen met werk van zeventien andere kunstenaars/fotografen die hun werk zien als een middel om sociale kritiek te uiten.
Protest en activisme staan in de aandacht in de fotografie. In het Folkwang Museum in het Duitse Essen opende in september de tentoonstelling The Archive of Public Protests van de Poolse fotograaf Rafal Milach. Op de fotografiebeurs Unseen in Amsterdam, in september van dit jaar, ontving de Franse fotograaf Mathieu Asselin de Meijburg Kunstprijs 2023 voor zijn fotoproject True Colors, over het Dieselgate-schandaal. Eerder al, op het fotofestival in Arles afgelopen zomer, presenteerde Asselin een fotoproject waarin hij kritisch was over de vervuilende fabriek Fibre Excellence, en stelde het Franse fotoagentschap Myop met Amnesty International een grote tentoonstelling samen over activisme en foto’s van protesten over de hele wereld.
„We leven in een tijd waarin het activisme enorm opleeft, er zijn zorgen over klimaat, oorlog, discriminatie”, zegt Frits Gierstberg, curator van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam en samensteller van verschillende boeken over documentaire fotografie. „En we leven in een beeldcultuur. Het is niet verwonderlijk dat we die zorgen, in allerlei vormen, ook terugzien in de kunst en in de fotografie.”
Krioelende mieren
Veel geëngageerd werk heeft z’n wortels in een lange traditie van documentairefotografie waarin misstanden als kinderarbeid, milieuvervuiling, uitbuiting en discriminatie aan de kaak worden gesteld om bewustwording te creëren, protest aan te tekenen, verandering aan te jagen. Een beroemde serie is die van de Amerikaanse fotograaf W. Eugene Smith, die in de jaren zeventig de desastreuze gevolgen van de industriële kwikvervuiling voor de bevolking in het Japanse Minamata documenteerde. Of denk aan de indrukwekkende foto’s uit 1986 van Sebastião Salgado, van de duizenden mijnwerkers die als mieren krioelen in een open schacht van een goudmijn in de Brazilaanse Serra Pelada.
Soms heeft wat een fotograaf doet direct effect: Ansel Adams fotografeerde de schoonheid van de Amerikaanse natuur, wat leidde tot meer geld en beleid voor de nationale parken; Lewis Hine en Jacob Riis fotografeerden in het begin van de twintigste eeuw in Amerika de erbarmelijke omstandigheden rondom kinderarbeid en zetten daarmee de afschaffing ervan in gang.
Toch is er over het effect van fotografie veel gediscussieerd. Heeft het eigenlijk wel zin, om al dat leed en onrecht te tonen? Kun je met fotografie werkelijk dingen veranderen? Fotograaf en theoreticus Martha Rosler meende dat veel documentairefotografie zich concentreert op slachtofferschap en weliswaar empathie en mededogen oproept, maar niet bijdraagt aan werkelijke verandering. Ja, wat moet de kijker met beelden van leed, vroeg de Amerikaanse filosofe Susan Sontag zich af in Regarding The Pain of Others (2003). Mensen weren de ellende van anderen af, niet uit een gebrek aan empathie met de slachtoffers, maar omdat zij er zelf ook een gevoel van hulpeloosheid aan overhouden. Wat te doen met het gevoel van compassie, dat een foto kan oproepen? „Het moet worden omgezet in actie, anders kwijnt het weg”, schreef Sontag.
Actie
Soms vinden fotografen het documenteren van onrecht en wantoestanden alleen niet voldoende en gaan ze een stap verder, zegt Gierstberg. „Ze doen zelf mee aan protesten, plakken posters, delen pamfletten uit, mengen zich in discussies of spannen zelfs rechtszaken aan. Dat is al een stuk activistischer.” Een voorbeeld hiervan is de Nederlandse fotograaf Jan Banning, die over zichzelf spreekt als artivist en voor zijn project over de voor moord veroordeelde Amerikaanse Christina Boyer niet alleen foto’s maakt, maar ook acties rondom haar voorwaardelijke vrijlating coördineert en een ‘vrijspraakteam’ regelde om de zaak te bestuderen.
De Franse fotograaf Mathieu Asselin noemt zichzelf geen activist, zegt hij in een videogesprek vanuit zijn woonplaats Arles: „Dat vind ik ingewikkeld. Ik heb veel respect voor activisten; de inzet, al de tijd en de energie die ze erin steken. Ik zie mezelf eerder als een bezorgde burger die toevallig ook kunstenaar is.”
Foto’s: Mathieu Asselin
Asselin stelt in zijn werk milieuschandalen aan de kaak: die rond de Amerikaanse zaadveredelaar en gewasbeschermer Montsanto in Montsanto A Photographic Investigation (2017), Dieselgate in True Colors (2022), de vervuiling van de Rhône door de papier- en pulpfabriek Fibre Excellence in Hunting the Tarasque (2023). Tijdens de presentatie van die laatste serie, tijdens het fotofestival in het Franse Arles dit jaar, vond er een protestmars plaats van Extinction Rebellion tegen Fibre Excellence. „Dat was niet mijn initiatief”, zegt Asselin. „Maar ik heb wel met ze samengewerkt in de aanloop naar die protestmars.”
Met de komst van het internet hebben fotografen de mogelijkheid om zelf online uitgebreid onderzoek te doen naar wantoestanden en is het mogelijk de complexiteit van een onderwerp beter te doorgronden, meent Asselin. Hij maakt in zijn werk veel gebruik van grafieken, statistieken, officiële documenten. „Alleen fotografie is niet genoeg om complexe vraagstukken inzichtelijk te maken.”
Niet alleen onderzoek is makkelijker online, ook het delen van informatie, aldus Asselin: „Het gaat niet langer om kleine groepen die kleine dingen doen, maar om veel grotere bewegingen die allemaal met elkaar verbonden zijn.” Sociale media spelen daar een grote rol in. „Je kunt de fotografie en de uitkomsten van je onderzoek zelf verspreiden, onder je eigen voorwaarden.”
Posters
Dan is er nog een categorie van fotografen die niet het maatschappelijke onderwerp, maar het activisme zelf, de protesten en demonstraties als onderwerp nemen. Soms puur journalistiek: het aanwezig zijn bij demonstraties en dat vastleggen. Soms ook als activistisch project, zoals Anouk Kruithof in Helmond, en zoals Rafal Milach nu laat zien in de tentoonstelling in Essen. Milach, die als Magnum-fotograaf in zijn werk voornamelijk focust op de veranderingen in Oost-Europa, kreeg onlangs nog de prestigieuze Duitse Dr. Erich Salomon-prijs uitgereikt, voor bijzondere prestaties op het gebied van fotojournalistiek. In 2019 richtte hij het collectief The Archive of Public Protests (A-P-P) op, als reactie op het repressieve beleid van de conservatieve Poolse regeringspartij PiS. A-P-P is een groep fotografen, activisten en theoretici die foto’s maken van en schrijven over de protesten in Polen; tegen de beperking van de persvrijheid, de aantasting van de rechtsstaat, de haatcampagnes tegen lhbti’ers. Het idee erachter: zorg dat die foto’s en teksten voor iedereen toegankelijk, zichtbaar en te gebruiken blijven, in een land waar media sterk door de overheid gereguleerd worden. Het A-P-P drukt ook krantjes met die foto’s en teksten, met daarin uitneembare posters op A2-formaat, waarop leuzen staan als ‘Refugees Welcome’ en ‘My Body My Choice’, die demonstranten weer kunnen gebruiken bij een protest of thuis achter hun raam kunnen plakken. Door dit vervolgens weer te fotograferen, creëert A-P-P nieuwe protestbeelden, die dan weer op sociale media circuleren. Het bijzondere is dat zij zo, zich volledig bewust van hun subjectiviteit, zelf context creëren, controleren en regisseren. Milach verwerpt het idee van journalistieke onafhankelijkheid, zo lezen we in een statement bij de tentoonstelling in Essen: „Ik zie mezelf als iemand die verhalen vertelt, en ik kijk hoe ik de meeste impact kan hebben met de middelen die tot mijn beschikking staan. Voor mij is het van belang dat mijn werk maatschappelijk relevant is.”
Foto’s: Rafal Milach